Paragrafen

Weerstandsvermogen

In de voorbereiding op deze meerjarenbegroting zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.

nr

Risico

Bedragen x € 1.000

Kans op voordoen van risico

Financieel gevolg (maximaal)

1

Niet realiseren geraamde opbrengstwaarde grondexploitaties

*1

 1.223

2

Opdrogen van bezuinigingsmaatregelen

30%

3.100

3

Corona / risico van correctie van scenario's en bandbreedtes

10 %

2.800

4

Sociaal domein / Jeugd / WMO

70%

750

5

Vervallen extra middelen Jeugdzorg in de algemene uitkering

-

-

6

Algemene uitkering wijkt af van de begroting

50%

1.000

7

Verbonden Partijen / Gemeenschappelijke regelingen

50%

1.000

8

Wachtgeld wethouders

30%

1.400

9

Aantrekken en behouden gekwalificeerd personeel (nieuw)

30%

1.000

Opmerking:
*1: Voor de grondexploitaties is een separate risico-inventarisatie en -analyse uitgevoerd. De uitkomst daarvan is opgenomen in deze tabel, vandaar dat hiervoor geen kans is opgenomen.

Ontwikkeling
In de jaarstukken 2020 is de laatste stand van de risico's opgenomen.  De benodigde weerstandscapaciteit in de jaarstukken bedroeg 6,2 miljoen. Dit is in de deze begroting gedaald naar 4,9 miljoen. De risico's van de lopende grondexploitaties zijn licht gestegen. Inmiddels is er meer duidelijkheid gekomen over de compensatie van de jeugdgelden, waardoor de risico's in het sociaal domein zijn gewijzigd. De risico's ten aanzien van de bezuinigingen zijn door de voortgang specifieker geworden (hoger bedrag, lagere kans) en er is een nieuw risico opgenomen als gevolg van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Toelichting op risico's

Grondexploitaties
Uit een recente risicoanalyse van de grondexploitaties blijkt dat het totale risicoprofiel van de grondexploitaties is gecalculeerd op € 1.223.000. Op basis van de CPB scenario's van maart 2021 zijn de nieuwe verwachte effecten van de coronacrisis becijferd, wat heeft geleid tot een toename van het risicoprofiel ten opzichte van de cijfers in de jaarstukken 2020. Ten opzichte van het risico in de jaarstukken 2020 (€ 1.198.000) betekent dit een lichte stijging. In de paragraaf Grondbeleid is een specificatie van de cijfers in tabelvorm opgenomen.

Zevenaar Oost – Bedrijven en Wonen:
De toename van het risicoprofiel wordt veroorzaakt doordat we een nieuwe Corona Impactanalyse hebben laten uitvoeren op de grondexploitaties. In het scenario dat we hebben toegepast houden we rekening met een krachtig herstel in 2021, waarbij de gevolgen van de coronacrisis nog wel doorwerken.

Middag Oost & Zwanenwaay:
De huidige fase 2 van Middag Oost is uitverkocht en we zijn bezig met het woonrijp maken. We houden hier geen rekening met coronarisico's. Hetzelfde geldt voor Zwanenwaay waar de ontwikkeling nog opgepakt moet worden.

Uuleveld Pannerden:
Fase 1 is inmiddels gereed en financieel afgerekend met de initiatiefnemer. Het risico vervalt daarmee. Vanwege een beroepsprocedure van belanghebbenden is de verdere ontwikkeling van dit plan voorlopig on hold gezet. De eventuele bijdragen daarvan zijn om die reden nog niet verwerkt en vormen daarom geen risico.

Opdrogen van bezuinigingsmaatregelen
De raad heeft bij de meerjarenbegroting 2020-2023 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. De maatregelen resulteren in een structureel en reëel begrotingsevenwicht. Structureel moeten de maatregelen € 7,2 miljoen gaan opleveren. In de voortgangsrapportages monitoren wij de voortgang van de realisatie van de bezuinigingen. Het risico is aanwezig dat de bezuinigingseffecten in de loop van de jaren "opdrogen" of om andere externe ontwikkelingen niet of deels het geraamde financieel resultaat halen. Dit risico schatten wij bij het sociale domein hoger in dan bij het fysieke domein. Uit de actuele bezuinigingsmonitor is een bedrag van € 3,1 miljoen aangemerkt als "verloopt niet volgens plan" , met een oranje status. Hieraan koppelen we een risico met een kans van 30%.

Corona-crisis
In de jaarstukken 2020 is op basis van de CPB-raming van maart 2021 een actualisatie gemaakt voor de verwachte coronaeffecten. In juni 2021 heeft het CPB een nieuwe raming uitgebracht. De verwachtingen rondom de werkloosheid en het herstel van de economie (BBP) worden positiever ingeschat dan in maart. Het percentage werkloosheid is met ongeveer 0,5% voor alle jaren naar beneden bijgesteld. Daarnaast is de verwachting dat het herstel van de economie al in 2021 plaats zal vinden. In de maart-raming was het herstel hoofdzakelijk verwacht in 2022.

Het risico wordt bepaald door de bandbreedte, zijnde het verschil tussen het beste en slechtste scenario.  Het effect van scenario's zijn in de juni-raming kleiner dan in maart. Op basis hiervan is het risico naar beneden bijgesteld van 30% naar 10%.

Sociaal domein
In het sociaal domein onderkennen we drie risico's. In deze begroting zijn de eerdere risico's specifieker gemaakt, omdat er verschillende ontwikkelingen zijn en de aard van de risico's daardoor ook anders zijn.

1. Algemene ontwikkeling
De prognose voor het gebruik van jeugdzorg en Wmo is gebaseerd op de werkelijke uitgaven, verhoogd met de verwachte ontwikkelingen in prijs en aantal cliënten. Wij zijn hierbij afhankelijk van factoren die buiten onze invloedssfeer liggen. Als risico wordt op basis van het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar een bedrag van € 750.000 aangehouden. Bij de WMO liggen de grootste risico's, omdat de vergrijzing daar een rol speelt.

2. Compensatie jeugdzorg
Ten opzichte van de laatste risicoparagraaf is de situatie rondom de middelen van Jeugdzorg en de algemene uitkering gewijzigd. Tot en met de jaarstukken 2020 was er een "fictief" bedrag opgenomen in de begroting van jaarlijks € 750.000. Omdat er geen zekerheid was of dit jaarlijkse bedrag binnen zou komen werd er met een onzekerheid (risico) van 50% rekening gehouden. at wij deze gelden niet zouden ontvangen. Na de meicirculaire is deze onzekerheid gewijzigd als gevolg van een toezegging voor compensatie. Deze bedragen zijn verwerkt in de 2de voortgangsrapportage 2021.

Voor 2022 is het bedrag van de compensatie vastgesteld, maar voor de jaren vanaf 2023 is nog sprake van onzekerheid of het gehele bedrag dat is benoemd door de Arbitragecommissie zal worden toegekend. Voor de jaren na 2022 zijn dus nog geen afspraken gemaakt, daarover moet het nieuwe kabinet beslissen. Om gemeenten toch al enige duidelijkheid te geven over welke bedragen zij vanaf 2023 in de meerjarenbegroting kunnen opnemen hebben de VNG en de provinciaal toezichthouders onderling afgesproken dat 75% van de bedragen waar de Arbitragecommissie van uit gaat in de meerjarenbegroting geraamd mogen worden.
Ten aanzien van de overige 25% resteert er dus nog een kans op compensatie, maar het is nog niet duidelijk hoe een nieuw kabinet dit zal invullen. Hier zijn meerdere scenario's denkbaar, zoals een lagere compensatie dan de arbitragecommissie heeft berekend of aanpassingen in wetgeving waardoor kosten lager moeten worden.

Als gevolg van deze ontwikkeling komt het in de jaarrekening 2020 opgenomen risico te vervallen (risico van € 2.250.000 tegen een kans van 50%). In de huidige risico's is geen rekening gehouden met de kans op een compensatie lager dan 75% voor 2023 en verder. Dit komt mede doordat er ook een kans is dat de compensatie hoger uitvalt dan de opgenomen 75%.

3. WMO aanzuigende werking
Het derde specifieke risico in het sociaal domein gaat over de toenemende kosten voor huishoudelijke ondersteuning door het abonnementstarief. Landelijk is een toename te zien in het gebruik van ondersteuning en meerdere gemeenten zijn maatregelen aan het nemen om de toename van de kosten te beperken. Het huidige kabinet heeft in 2020 besloten geen aanpassingen in de wetgeving door te voeren. Afhankelijk van het besluit van een volgend kabinet zal deze situatie mogelijk wijzigen. In de begroting zijn de aannames verwerkt op basis van de actuele inzichten, zonder rekening te houden met landelijke ontwikkelingen of scenario's. Hierdoor bestaat een risico op een groei groter dan voorzien, maar wordt er geen aanvullend specifiek risico opgenomen.  

Verbonden Partijen
De totale jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan Verbonden partijen is ongeveer 20 miljoen. Het risico bestaat dat Verbonden Partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente. Daarbij speelt het risico dat niet alle Verbonden Partijen tegemoet kunnen komen aan de door de gemeente Zevenaar verzochte besparing van 5% structureel. De extra kosten die VGGM maakt voor de bestrijding van het coronavirus worden door het Rijk gecompenseerd.  

Wachtgeld wethouders
Om de huidige wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet.

Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. Het gemeentefonds ontwikkelt zich evenredig aan de rijksuitgaven. Nemen de rijksuitgaven toe, dan neemt ook de algemene uitkering toe. Bij een afname van de rijksuitgaven geldt het omgekeerde. De hoogte van de algemene uitkering is hierdoor afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen. Het toekomstig financieel perspectief in de ontwikkeling van de algemene uitkering ziet er overigens voor onze gemeente positief uit, kijkend naar de herijking en de opschalingskorting. In de meest recente voorstellen van het rijk over de herijking is Zevenaar voordeelgemeente voor een bedrag van ruim € 1 miljoen. Na besluitvorming van het rijk kan het definitieve effect van de herijking in de begroting verwerkt worden.

Aantrekken en behouden gekwalificeerd personeel
Al geruime tijd hebben we als gemeente te maken met een lastig bedrijfsvoeringsvraagstuk, namelijk een tekort aan personeel. Als het gaat om aantrekkelijk werkgeverschap loopt de gemeente Zevenaar, net als andere gemeenten, aan tegen krapte op de arbeidsmarkt. De kleinere gemeenten ondervinden meer concurrentie. Het risico zien we terug in vacatures die langere tijd open staan of soms zelfs niet in te vullen zijn. Met name bij Bouwen &Wonen, Ruimtelijke Ordening en Sociaal Domein staan vacatures open. Het gevolg is een tijdelijke oplossing met de inzet van personeel van derden (inhuur). Doordat de personeelsbudgetten beperkt zijn komt er druk op de capaciteit te staan. Met tot gevolg dat we minder werk kunnen verrichten voor hetzelfde geld.
Daarnaast zien we een redelijk verloop van de (jongere) medewerker die na een aantal jaar de organisatie weer verlaat en een hogere uitstroom van medewerkers die met pensioen gaan. Het uitstroomcijfer in 2020 is gestegen naar 10%. Om onszelf daadwerkelijk als een aantrekkelijke werkgever aan te kunnen merken, werken we aan de doorontwikkeling naar een moderne en professionele organisatie. Gelet op het belang en onze ambitie hierin vervult Zevenaar een bestuursrol in het P&O-netwerk / werken in Gelderland.  


Deze pagina is gebouwd op 12/22/2021 08:56:03 met de export van 12/22/2021 08:35:57