Paragrafen

Financiering

De belangrijkste risico’s voor de gemeente die samenhangen met de uitvoering van de treasuryfunctie bestaan uit renterisico's. Deze worden getoetst aan twee normen. Dit zijn:

  1. De kasgeldlimiet. Deze geeft het maximale bedrag aan dat een gemeente aan vlottende financieringsmiddelen (looptijd korter dan één jaar) mag opnemen;
  2. De renterisiconorm. Hiermee wordt het renterisico op de vaste schuld (looptijd vanaf één jaar) in beeld gebracht.


De ontwikkelingen van deze renten worden hieronder nader toegelicht.

1) De kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een bovengrens aan de toegestane omvang van de kortlopende schuld (looptijd korter dan 1 jaar). Reden hiervoor is dat een korte schuldpositie een potentieel renterisico met zich mee brengt, omdat rentestijgingen direct doorwerken in de rentelasten. Het is dan ook van belang dat de grote potentiële beweeglijkheid van de rentelasten op korte financiering gedurende het begrotingsjaar beheerst wordt. Voor structurele liquiditeitstekorten is financiering met geldleningen met een looptijd langer dan 1 jaar de aangewezen oplossing.

De hoogte van de kasgeldlimiet is afhankelijk van de omvang van de lopende uitgaven.
De kasgeldlimiet voor de gemeente Zevenaar voor 2022 is berekend op 13,6 miljoen en is gelijk aan 8,5% van de begrotingsomvang. Dit percentage is vastgesteld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido, art 2, punt 1b). Het begrotingstotaal per 1 januari 2022 is € 160 mln.
Als drie kwartalen achtereen de kasgeldlimiet zou worden overschreden, moet (volgens artikel 4 van de Wet Fido) de provincie als toezichthouder hiervan op de hoogte worden gebracht. Daarnaast moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring aan de toezichthouder voorgelegd worden.

Gelet op het tarief voor kort geld op dit moment, waarbij we voor het aantrekken van een kasgeldlening rente ontvangen, maken we gebruik van de ruimte die de wet Fido ons geeft. Dit Treasurybeleid betekent naast een besparing ook een opbrengst qua rente. Uiteraard blijven we de kapitaalmarkt nauwlettend volgen zodat bij een stijgende rente op de kapitaalmarkt overgegaan kan worden tot het omzetten van een kortlopende schuld in een langlopende schuld.

Renterisico kort geld
De rentelasten van kort geld (kasgeldlimiet) hangen samen met de ontwikkeling van de Euribor. In onderstaande grafiek is het verloop van de Euribor in de afgelopen jaren weergegeven.

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt bevindt het kortlopende renteniveau (referentierente: 3-maands Euribor) zich de afgelopen jaren onder de 0%. Ofwel: een negatieve rente. Dit korte renteniveau staat hoofdzakelijk onder invloed van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Dit beleid draagt er aan bij dat de geldmarkttarieven negatief zijn. De gemeente Zevenaar profiteert van deze situatie bij het opnemen van dag- en kasgeldleningen. Door de negatieve rente krijgt de gemeente namelijk geld toe als zij kortlopend leent. De verwachting voor de ontwikkeling van de kortlopende rente is dat deze voorlopig stabiel zal blijven op het huidige niveau.

Renterisico lang geld, renterisiconorm

De gemeente Zevenaar gaat uit van totaalfinanciering. Op basis van de behoefte wordt lang geld aangetrokken. Het geld wordt met name aangewend om activa te financieren. In de gemeente Zevenaar worden activa lineair afgeschreven en hier wordt met het langlopende geld bij aangesloten.
Voor het bepalen van de rentelasten voor de begroting wordt het volgende uitgangspunt als basis genomen:
Rentelasten van langlopend geld zijn gebaseerd op een lening bij de BNG met een looptijd van 20 jaar, waarbij de rente tussentijds niet wordt aangepast. Voor de begroting wordt de ontwikkeling van de rente in de eerste 6 maanden van het jaar gehanteerd.

In onderstaande grafiek staat het verloop van de rente in de afgelopen jaren opgenomen (stand 21-7-2021)

Vanaf begin 2020 heeft het coronavirus zich in een razendsnel tempo verspreid over de wereld. Als gevolg van de corona-epidemie en de beperkende maatregelen verslechterde de economie. De wereldeconomie is in 2020 met 3,5% gekrompen.  
Het herstel van de mondiale economie is in 2021 inmiddels ingezet en zal zich komend jaar naar verwachting voortzetten. Het aantal mensen dat gevaccineerd is, neemt toe. Hierdoor verbetert de immuniteit en kunnen overheden verder gaan met de contactbeperkende maatregelen los te laten en de economie geleidelijk te openen. Zodra consumenten weer geld kunnen uitgeven, trekken de activiteiten aan. Volgens het internationaal Monetair Fonds (IMF) zal de wereldeconomie dit jaar met 6% groeien. De groei van de economie is ook terug te zien in de inflatiecijfers. In 2020 zijn we het jaar geëindigd met een inflatie van -0,27% in december. Vanaf januari 2021 zijn de inflatiecijfers positief, in juni 2021 1,9%. De Europese Centrale Bank (ECB) houdt als streefwaarde voor de inflatie 2% aan. De ECB heeft de reeds lage beleidsrente gedurende de gehele coronacrisis gelijk gehouden. Zij probeert de rentestijging in te tomen en laat haar officiële rentetarieven voorlopig dan ook nog steeds ongewijzigd. Een te vroege verhoging kan het prille herstel in de kop breken. Hierdoor zullen de tarieven voor zowel korte als lange looptijden laag blijven is de verwachting.

2) Renterisiconorm
Bij de renterisiconorm gaat het om het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente voor de rentelasten. Aanpassing van de rentepercentages doet zich voor bij herfinanciering en renteherziening. Herfinanciering houdt in, dat een vervangende geldlening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande geldleningen te kunnen voldoen. Bij renteherziening gaat het om het aanpassen van het rentepercentage door de geldgever tijdens de looptijd van de geldlening.

Bedragen x € 1.000

2022

2023

2024

2025

Rente

1a

Renteherziening op vaste schuld o/g

-  

-  

-  

-  

1b

Renteherziening op vaste schuld u/g

-  

-  

-  

-  

2

Netto renteherziening op vaste schuld

-  

-  

-  

  -  

3a

Nieuw aan te trekken vaste schuld                                           

                          -

10.000

10.000

10.000

3b

Nieuw te verstrekken leningen

-  

-  

-  

-  

4

Netto nieuw aangetrokken vaste schuld

                         -

10.000

10.000

10.000

5

Te betalen aflossing

14.010

 11.371

6.390

11.411

6

Herfinanciering (laagste 4 en 5)

14.010

10.000

6.390

10.000

7

Renterisico op vaste schuld (2 + 6)

14.010

10.000

6.390

10.000

Renterisiconorm

8

Begrotingstotaal

  154.986

146.456

125.995

137.149

9

Bij ministeriële regeling vastgesteld

20%

20%

20%

20%

10

Renterisiconorm 

30.997

29.291

 25.199

27.430

7

Renterisico's

14.010

10.000

6.390

10.000

11

Ruimte (+) / overschrijding (-)

 16.987

19.291

18.809

17.430

Deze pagina is gebouwd op 12/22/2021 08:56:03 met de export van 12/22/2021 08:35:57